Begin van deze zomer werd de whitepaper Van schaarste naar slagkracht gepubliceerd. Deze publicatie biedt handvatten om concreet aan de slag te gaan met het grote thema van arbeidsproductiviteitsgroei, waarbij de mensfactor een centrale rol speelt. Annemarie Strik en Manon Schrijnemaekers, beiden betrokken bij het opstellen van de whitepaper, beschrijven een praktisch kader dat arbeidsproductiviteit en de weg ernaartoe voor het mkb concreet maakt: ‘Het begint altijd bij visie en leiderschap.’
Naar arbeidsproductiviteit wordt vaak vanuit een macro-economisch standpunt gekeken. Met cijfers over output per medewerker of per uur worden vooral trends zichtbaar, maar dat zegt nog weinig over de praktijk in bedrijven. Strik en Schrijnemaekers stellen dat voor ondernemers arbeidsefficiëntie een betere benadering is. ‘Bedrijven willen weten aan welke knoppen ze moeten draaien, zodat ze met hun beschikbare tijd, middelen en talent waarde kunnen toevoegen,’ zegt Strik. ‘Ook willen ze antwoord op vragen als: hoe behouden we onze mensen? En wat moeten we doen nu deze nieuwe technologische ontwikkeling zich aandient? Dit is echt een totaalplaatje.’
Sociale innovatie
Om je arbeidsproductiviteit te verhogen in een blijvend schaarse markt, lijkt automatisering of IT de meest logische manier. Toch kom je dan al snel tot de ontdekking dat er altijd ook andere zaken meespelen. Strik: ‘Wanneer je innovatie of nieuwe technologieën niet koppelt aan sociale innovatie, faal je in zeventig procent van de gevallen, zo blijkt uit onderzoek van TNO. Doe je het wel, dan is je slagingspercentage juist negentig procent.’ Schrijnemaekers vult aan: ‘Technologie werkt alleen als je mensen meeneemt in de verandering.’
Aanvliegroute
Centraal in de whitepaper Van schaarste naar slagkracht staan vier domeinen of hefbomen waarbinnen werkplekinnovatie kan leiden tot hogere arbeidsefficiëntie: kennis & vaardigheden, slimme werkorganisatie, motivatie & cultuur en technologie & innovatie.
‘Als eerste heb je hiervoor visie en mensgericht leiderschap nodig,’ zegt Strik. ‘In je procesverbetering moet je alle vier domeinen in kaart hebben gebracht.’
De aandacht zal daarbij niet overal gelijk liggen, vult Schrijnemaekers aan: ‘Vaak start een ontwikkeling in één domein, maar heeft die al snel gevolgen voor de andere. De aanvliegroute verschilt per organisatie, en de onderlinge verbindingen ontstaan meestal gaandeweg.’
‘Zo kan strak inzetten op technologie niet zonder een bedrijfscultuur van leren, experimenteren en fouten mogen maken.’
VR-bril
Hoe dat in de praktijk kan werken, laat Strik zien met enkele voorbeelden.
‘Wanneer je in een organisatie streeft naar zelfsturende teams, dan valt dat onder “slimme werkorganisatie”. Dat leidt tot meer vrijheid en autonomie, wat weer invloed heeft op “motivatie en cultuur”.’ Ook keuzes als een vierdaagse werkweek – waarbij de vijfde dag wordt gereserveerd voor leren en ontwikkelen – of monteurs die met een VR-bril op locatie werkinstructies ontvangen, laten zien hoe technologische en sociale innovatie elkaar versterken. ‘Ze grijpen allemaal in op meerdere domeinen tegelijk,’ aldus Strik.
Handelingsperspectief
‘De whitepaper is een theoretische gedachtegang,’ zegt Schrijnemaekers. ‘De praktijk is gegarandeerd weerbarstiger. Maar nu we meer op de voorgrond treden, blijkt dat onze indeling in deze vier domeinen als logisch wordt ervaren, alsook dat je in alle vier aan de slag moet.’ Schrijnemaekers en Strik constateren dat veel bedrijven een duidelijk handelingsperspectief missen. ‘Dat willen we bieden via publiek-private samenwerking,’ zegt Schrijnemaekers. ‘Die samenwerking zien wij als de juiste weg: inspireren, faciliteren en samen leren. De eerste HIP’s (High Impact PPS’en) bewijzen al hoe effectief dat kan zijn.’
Strik vult aan: ‘Er is al veel ontwikkeld door onderwijs en onderzoek, maar dat vindt moeilijk zijn weg naar de bedrijven. Die kloof moet gedicht worden, anders blijf je steeds maar weer hetzelfde wiel uitvinden.’
Hiervoor hebben beiden al richtingen in gedachten, zoals het verzamelen en breed bekendmaken van best practices en bestaande instrumenten.
Integrale benadering
Schrijnemaekers: ‘We willen dat PPS’en een steunpunt zijn voor bedrijven; wij faciliteren en versterken hen daarbij. Zij kunnen het niet alleen. Dat geldt zelfs voor de koplopers – juist zij lopen voorop omdat ze publiek-private samenwerkingen en instrumenten, vaak ontwikkeld door kennis- en onderzoeksinstellingen, goed weten te benutten.’
Toch is publiek-private samenwerking nog nauwelijks gericht op arbeidsproductiviteit. Voor onderwijsinstellingen is dit zelfs nieuw. ‘Hun bekostigingsstructuur leent zich niet voor dit soort dienstverlening aan bedrijven,’ zegt Strik. ‘En versnippering over verschillende departementen maakt het extra ingewikkeld. We moeten naar een integrale benadering maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.’
Robotarm
Hoe kun je beter samenwerken? Schrijnemaekers geeft een voorbeeld uit de praktijk:
‘Een onderneming wilde een robotarm integreren in het productieproces en ging samenwerken met een onderwijsinstelling. Studenten met kennis van robotica hielpen op de werkvloer bij de implementatie. Zo ontdek je wat zo’n ‘cobot’ vraagt van je huidige werknemers aan training en opleiding.’ Ze vervolgt: ‘Om kleinere vraagstukken op te lossen, zou je een cobot zelfs tijdelijk kunnen lenen – bijvoorbeeld met financiële steun van de gemeente.’
“Technologie werkt alleen als je mensen meeneemt in de verandering”
Bundelen
De plek waar dit allemaal met elkaar in verbinding gaat komen, staat nog enigszins in de steigers, maar heeft wel al een mooie naam die wat ons betreft de lading precies dekt: Werk Vernieuwers. Met partners als TNO, Baandomein en Saxion is voor PTvT samen slimmer werken het doel. Werk Vernieuwers wil als een soort expertisecentrum alle krachten gaan bundelen die hierin een rol kunnen spelen.
‘Bedrijfsleven, onderwijs en overheid moeten elkaar hierbinnen gaan versterken. We willen samenwerkingen gaan faciliteren en er programma’s in onderbrengen,’ verduidelijkt Strik.
‘We staan nog aan de start, maar het initiatief resoneert absoluut. Organisaties melden zich aan, er liggen uitnodigingen voor bijeenkomsten op onze deurmat. Kortom, we voelen ons uitgedaagd. Het wordt steeds concreter en leuker om ermee bezig te zijn, bijvoorbeeld omdat we veel best practices aan het ophalen zijn.’ Deze zal ook als publicatie verschijnen vanuit het Actieplan Groene en Digitale Banen.
Deelpersoneel
Werk Vernieuwers gaat zich de komende maanden verder profileren, onder andere via de Roadshow Leercultuur, in een workshop op het Aanvalsplan Techniek-congres (18 november) en in een expeditiebijeenkomst. Het moet allemaal leiden tot langdurige samenwerking tussen de partners. Strik: ‘We streven naar een andere inrichting van het werk — duurzamer, slimmer en vooral mensgerichter. Daarbij willen we stakeholders in het veld ondersteunen en de impact ervan meetbaar maken. De urgentie is hoog, dus over vijf jaar zullen we echt stappen hebben gezet. Maar klaar zijn we dan zeker niet.’ Dat vindt Schrijnemaekers ook: ‘Technologie vernieuwt zich constant, de politieke situatie kan veranderen. We moeten flexibeler worden, wendbaarder.’ Strik ziet een toekomst voor zich waarin concepten van werk compleet anders zijn ingericht. Zoals nieuwe vormen van werk, bijvoorbeeld het delen van personeel tussen bedrijven. ‘Hoe dan ook, cruciaal is dat we het beter gaan doen met de mensen die er zijn.’
Annemarie Strik en Manon Schrijnemaekers zijn beiden werkzaam voor Platform Talent voor Technologie.