Jan Pieter van der Schaar - ©AGDB
26 juni 2025

‘We moeten als UvA zelf het voortouw nemen’

Al zeker vijftien jaar is er een tekort aan academisch geschoolde docenten in de vakken wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Ook vanuit de Universiteit van Amsterdam was de animo voor de lerarenopleiding bij de studenten zeer beperkt. Met Jan Pieter van der Schaar, onderwijsdirecteur van de Graduate School of Sciences, als drijvende kracht, lijkt daar nu langzaam verbetering in te komen: ‘Door de hoge werkdruk haken mensen nu af, waardoor die druk nog meer toeneemt. Die vicieuze cirkel moet je doorbreken.’

Voorjaar 2024 accordeerde de UvA het Actieplan Instroom Bèta Lerarenopleidingen. Dit plan, mede opgesteld door Jan Pieter van der Schaar, moet ervoor zorgen dat flink wat meer studenten van de UvA ervoor gaan kiezen een eerstegraads of tweedegraads bevoegdheid te halen in de tekortvakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde en informatica. Iets wat hard nodig is. ‘Uit de cijfers van vorig jaar blijkt dat landelijk slechts 2 procent van de instroom in bèta-opleidingen die keuze maakt’, legt Van der Schaar uit. ‘Dat is echt te weinig. Bij ons op de UvA was het met drie tot vijf studenten op de vierhonderd zelfs nóg lager.’

Ontmoeten
Ondertussen zijn de eerste successen behaald. Volgens Van der Schaar heeft dat absoluut te maken met de aanstelling van Loes van Kempen als coördinator/uitvoerder van het plan. ‘Zij houdt drie dagen per week de verschillende onderdelen van ons actieplan scherp in de gaten.’ Wat als eerste is aangepakt, is de relatieve onbekendheid van de lerarenopleiding. Relevante informatie lag niet binnen handbereik. Van der Schaar: ‘We hebben de communicatie hierover sterk verbeterd en zijn de lerarenopleiding actief gaan promoten. Daarnaast zijn we bij gaan houden wie op enig moment interesse toont in deze vervolgstap na hun studie. Mogelijk door de vakken die ze volgen, of door vragen die ze stellen.’ Vervolgens is het de kunst om die belangstelling te blijven voeden. ‘Dat doen we door hen samen gemeenschappen te laten vormen waar ze elkaar kunnen ontmoeten en elkaar kunnen stimuleren.’

Uitstraling
Een soortgelijke stimulans moet ook uitgaan van een bijzonder initiatief dat de UvA is gestart, vertelt Van der Schaar enthousiast: ‘Uit onze eigen middelen hebben we 80 duizend euro vrijgemaakt, wat op zich in deze tijd al bijzonder is. Die verdelen we onder tien studenten die de bèta lerarenopleidingen wiskunde, natuurkunde, scheikunde en informatica gaan volgen. Het is een stevige tegemoetkoming die het aantrekkelijker maakt om toch die stap te zetten.’ Van der Schaar hoopt hiermee een soort vliegwieleffect tot stand te brengen: ‘We gaan deze studenten in het zonnetje zetten, er een vrolijk evenement omheen organiseren. Zodat de lerarenopleiding een uitstraling krijgt waar je graag bij wil horen.’

Significante stijging
Met deze beurzen laat de UvA zien dat de bèta lerarenopleidingen op extra steun kunnen rekenen. Van der Schaar vindt het positief dat de universiteit hierin zelf het voortouw neemt. Zeker omdat er vanuit de overheid, gezien het huidige politieke klimaat, weinig te verwachten valt. ‘Als je er de middelen voor hebt, zie ik het als je taak om voorop te lopen, te investeren en de lange termijn in de gaten te houden. Bovendien heb je dan voor de toekomst een beter verhaal, wanneer je aan kunt tonen dat jouw plan werkt.’ Voorlopig lijkt de UvA op het goede spoor te zitten. Kijkend naar de aanmeldingscijfers voor komend jaar (vijfentwintig bètastudenten voor de eerstegraads opleiding, nog eens dertig voor de tweedegraads) is er al een significante stijging zichtbaar. ‘Docenten hebben met een vicieuze cirkel te maken’, stelt Van der Schaar. ‘Er is een personeelstekort dat voor een erg hoge werkdruk zorgt. Daardoor is er veel uitval, waardoor die werkdruk nóg meer stijgt. We hopen dat we via ons actieplan een eerste aanzet kunnen geven tot het doorbreken van die cirkel. Dan kun je als leraar pas echt kwaliteit gaan leveren.’

‘Door de vicieuze cirkel te doorbreken, kun je als leraar echt kwaliteit gaan leveren.’

Inspirerend perspectief
Meer studenten naar de lerarenopleidingen is een mooie start, maar er zal nog meer moeten veranderen of verbeteren. ‘Leraren hebben een inspirerend perspectief nodig binnen hun vak. Het imago is nu zo dat studenten weinig heil zien in een leven lang leraar zijn. Vanuit de faculteit denken wij dat we kwalitatief goede leraren kunnen leveren, die bij kunnen dragen aan onder andere onderwijsvernieuwing. Waardoor de vrees wegblijft dat ze jarenlang hetzelfde moeten doen, maar juist steeds nieuwe uitdagingen vinden en hun excellentie verder kunnen ontwikkelen.’

Pitchen
Al langer geleden presenteerde de UvA haar actieplan bij de Bèta Lerarenkamer. Daar is sinds kort, door de toetreding van de UvA tot deze Lerarenkamer, een vervolg op gekomen. Een taak die Van der Schaar op zich neemt: ‘Het is een manier om aan te sluiten bij een nationale aanpak, wat we graag willen. Daarnaast biedt het een podium om onze ideeën te pitchen en te kijken of anderen het wellicht eveneens interessant vinden.’ In die context gaat de onderwijsdirecteur binnenkort praten bij de Universiteit Groningen en met AGDB.

Oproep
Wat nog niet van de grond komt, is een mogelijke samenwerking met het bedrijfsleven, om bijvoorbeeld tot een soort hybride docentschap te komen. Van der Schaar stelt het teleur, maar hij snapt het tegelijkertijd wel: ‘Ondernemingen hebben een groot personeelstekort. Ze staan daarom niet te springen om medewerkers die twee dagen in de week lesgeven en daardoor maar drie dagen bij hen werken. Hun belangen op de korte termijn – gezond blijven, winst maken – wegen zwaarder. Toch zou ik vanaf deze plek een oproep aan hen willen doen om in gesprek te komen. Wellicht zijn er toch mogelijkheden, zonder dat er grote investeringen voor nodig zijn. Want op de langere termijn is ook de technische sector afhankelijk van goede, academisch geschoolde leraren. Loopt het namelijk ergens in de technologie- en kennisketen spaak, dan heeft iedereen daar uiteindelijk last van.’

Jan Pieter van der Schaar - ©AGDB