Zestigduizend vacatures invullen is niet niets. Het is begrijpelijk dat organisaties niet wilden wachten en zelf aan de slag gingen. Er zijn ook mooie initiatieven ontstaan. ‘Maar het kan nog beter’, zegt Cees Alderliesten, programmamanager bij Aanvalsplan Techniek. ‘In je eentje ga je misschien sneller, maar samen kom je verder.’
Cees Alderliesten is verantwoordelijk voor actielijn 2, pijler 1 van het Aanvalsplan Techniek; één van de instrumenten om het nog beter te maken. Hij houdt zich onder meer bezig met het opzetten van een landelijk netwerk van hybride techniekcentra (HTC’s), locaties waar de zes technische branches vanuit de sectoren energie, mobiliteit, bouw, metaal en installatie samenwerken. ‘En niet met de focus op leren óf innoveren, maar een combinatie daarvan,’ zegt Cees Alderliesten. ‘Dat hebben we nog niet in Nederland. Maar we hebben wel veel dat er dicht tegenaan zit.’
De versnippering is nog groot. De samenwerking rond innoveren is niet altijd verbonden met initiatieven waarbij leren en opleiden van medewerkers centraal staat ‘Dat kan zitten in het gevoel van eigenaarschap. Het ene initiatief wordt vooral als onderwijsding gezien, de andere juist als bedrijfsinitiatief. De neiging tot samenwerking verschilt ook per sector en bedrijfsgrootte. In een sector met veel mkb zijn bedrijven sneller geneigd samen te werken en de kosten en capaciteit van opleiden te delen.’ Om die reden zijn in de metaal, bouw en installatiesector netwerken van bedrijfsvakscholen ontstaan. Grote bedrijven uit de energiesector zijn weer eerder geneigd een eigen bedrijfsschool op te richten.
Cees Alderliesten mist tot nu toe crossovers, het ontstaan van synergie die van één plus één drie kan maken. ‘Ik zie het als mijn rol met elkaar in gesprek te gaan en te blijven, de gemeenschappelijke belangen te combineren met de individuele belangen. Er zijn mooie voorbeelden van samenwerkingen, zoals de samenwerking van chemische bedrijven en campusvorming bij Chemelot in het zuiden van het land of Brainport Eindhoven.
Pilots
Zijn eerste vier maanden als programmamanager besteedde Cees Alderliesten aan inventarisatie, gesprekken en de start van vier pilots in de regio’s Zwolle, Utrecht, Noord-Holland en Rijnmond-Drechtsteden. Vier delen van het land die verschillen qua publieke-private samenwerking, qua coalities tussen de technische sectoren en qua type bedrijvigheid. ‘Theoretisch bestaan er prachtige businessmodellen en bouwstenen voor hybride techniekcentra. Maar uiteindelijk bepalen partners uit de regio zelf hoe die centra vorm krijgen. We zijn op zoek naar antwoorden op vragen waarop we nu nog geen antwoorden weten. Hoe kunnen landelijke ideeën regionaal worden ingekleurd om tegemoet te komen aan de typerende regionale kenmerken? Hoe geven we vorm aan samenwerking op onderwijsniveau en aan innoveren? Op welke manier maken we een doorlopende leerlijn van mbo, hbo en mogelijk naar wo? We gebruiken de pilots om al doende te leren. We beginnen met de coalition of the willing. Bestaande samenwerkingspartners die op hun beurt weer aangeven wie bij de ontwikkeling van de HTC’s betrokken kunnen worden. Met een groep mensen die elkaar al weet te vinden samen de stip aan de horizon zetten en het pad daar naartoe bepalen. En daar dan weer de benodigde partners bij laten aansluiten.’ Cees Alderliesten is verrast door de veelheid aan ideeën voor verbetering in de regio’s en over het enthousiasme voor het plan. ‘Met de pilots gaan we ook op zoek naar geschikte criteria voor succes en de methodologie om de behaalde resultaten te meten.’ Hij maakt graag gebruik van ervaringen en kennis van anderen, door samen te werken met het LLO-Katalysator, één van de projecten vanuit het Nationaal Groeifonds met de focus op een leven lang ontwikkelen. Ook met het Katapultnetwerk zijn de lijnen kort. ‘Er moeten geen activiteiten naast elkaar worden ontwikkeld, dat zou dom zijn. Ik heb contact met verschillende High Impact Pps’en, ook die buiten de nu gekozen regio’s vallen.’
‘Partners uit de regio bepalen zelf hoe de centra vorm krijgen.‘
Hybride docent
Cees Alderliesten is blij met het enthousiasme van minister Eppo Bruins die tijdens een recent bedrijfsbezoek het belang van hybride docenten benadrukte. Ze zijn een sleutel tot het verkleinen van het lerarentekort, maar ook tot het actualiseren van het onderwijs. Er zijn nog wat hobbels te nemen om de rol van zo’n docent structureler en aantrekkelijker te maken. ‘Denk hierbij aan bevoegdheden en betere financiële prikkels.’ Voor een medewerker uit het bedrijfsleven, die iets wil doen binnen het onderwijs is vaak niet helder welke verschillende trajecten hiervoor beschikbaar zijn. Hybride docenten hebben beperkte tijd en kansen om hun onderwijsvaardigheden verder te ontwikkelen en zijn daardoor niet altijd in staat om een volledige lesbevoegdheid te halen. Maar als je een specifieke les kunt aanbieden onder verantwoordelijkheid van een docent en zo het bedrijfsperspectief binnenbrengt, is er veel mogelijk. Natuurlijk zijn er in het kader van LLO verschillende financiële regelingen om een pedagogisch-didactisch certificaat te behalen, maar onderwijsinstellingen hanteren andere uurtarieven dan bedrijven. Hoe kun je vanuit de overheid die verschillen compenseren? Daar moet je het allemaal met elkaar over hebben. De overheid heeft daarin zeker een belangrijke rol, naast het onderwijs en bedrijfsleven.
Trots
‘Waar ik naar uitkijk of waar ik trots op ben? Dat weet ik eigenlijk niet. Ik heb dit jaar als pilotjaar genomen, een jaar om leerervaringen op te doen. Ik realiseer me dat die stip aan de horizon, een landelijk dekkend netwerk HTC’s, niet op korte termijn te realiseren is. Ook de pilots zijn niet in een jaar rond. Ik zou het leuk vinden als we eind 2025 op basis van de vier pilots de rest van Nederland kunnen enthousiasmeren om in de eigen regio stappen te zetten met een hybride techniekcentrum. Uit de reacties tot nu toe blijkt veel potentieel. Ook buiten de regio’s is nu al interesse. En ik ga zelf ook door met ervaringen verzamelen. Op initiatief vanuit het project LLO-Katalysator gaan we binnenkort naar Ierland om te leren hoe ze daar samenwerken rondom een leven lang ontwikkelen. De grootste uitdaging is vooral om alle kikkers in de kruiwagen te houden en te voorkomen dat iedereen het wiel opnieuw wil uitvinden. Ik wil graag iedereen oproepen geduld te hebben en samen op te trekken. Vanwege de oplopende personeelstekorten staat de samenwerking met het onderwijs meer in de belangstelling. Er zijn daardoor veel afzonderlijke initiatieven ontstaan, die elkaar niet altijd versterken. Onder de vlag van het Aanvalsplan Techniek moeten we nu echt komen tot een grote gezamenlijke aanpak. En ja, dat vraagt om extra onderlinge afstemming, maar zal ons uiteindelijk verder brengen’ besluit Cees Alderliesten.