De Nederlandse hightechindustrie draait op volle toeren. In Brainport Eindhoven staan niet alleen wereldspelers als ASML en talloze innovatieve bedrijven centraal, maar ook de opleiders die het technische talent van morgen klaarstomen. Annemarie Moons, voorzitter van het College van Bestuur van het Summa College, en Joep Houterman, voorzitter van het College van Bestuur van Fontys Hogeschool over de cruciale rol van mbo en hbo in deze uitdaging. Hun boodschap is helder: zonder structurele samenwerking en ruimte voor vernieuwing lopen we vast in de strijd om technisch talent.
Studenten als fundament
Moons leidt met Summa zo’n 20.000 mbo-studenten op, variërend van techniek en zorg tot creatieve beroepen. Fontys telt er dubbel zoveel: 40.000 hbo-studenten. Samen vormen zij een stad op zich. ‘Onze studenten zijn ons goud’, zegt Moons. ‘Zonder hen geen Brainport, geen innovatie, geen toekomst.’
De cijfers liegen niet: alleen al in deze regio zijn er de komende tien jaar ruim 70.000 nieuwe werknemers nodig. Bedrijven trekken aan alle kanten, terwijl ook andere sectoren mensen tekortkomen. Het maakt de strijd om talent fel. Daarom zetten scholen en bedrijven alles op alles om elk talent tot bloei te laten komen.
Vroeg de praktijk in
Summa kiest voor persoonlijke begeleiding en nauwe samenwerking met bedrijven. Studenten komen al snel de praktijk in, zien waar hun opleiding naartoe leidt en krijgen vertrouwen dat ze een plek vinden. ‘We kijken niet alleen naar cijfers, maar naar de mens achter de student’, legt Moons uit. Dat verkleint de uitval, vergroot de motivatie en maakt de kans groter dat jongeren in de techniek blijven werken.
Ook bij Fontys staat die verbinding met de praktijk centraal. Toch ziet Houterman dat veel hbo’ers na enkele jaren afhaken, net als in de zorg en het onderwijs. ‘Als afgestudeerden ontdekken dat het werk tegenvalt, hebben wij iets niet goed gedaan. Maar bedrijven ook niet.’ Daarom pleit hij voor gezamenlijke verantwoordelijkheid in de overgang van studie naar werk.

Voorbij de projectjes
Het Beethovenplan in Brainport is zo’n voorbeeld van structurele samenwerking. Afgestudeerden worden nog een jaar gevolgd, samen met hun werkgever. Dat helpt hen beter landen en voorkomt dat kostbaar talent weer snel verdwijnt. ‘Je kunt aan de voorkant blijven instromen, maar als er aan de achterkant te veel mensen weglopen, is dat zonde’, zegt Moons. Het vraagt wel om een nieuwe manier van werken. Geen tijdelijke projecten meer met een subsidiepotje, maar afspraken voor de lange termijn. ‘Als we blijven doen zoals we deden, komen we er niet,’ zegt Houterman. ‘Het talentvraagstuk is niet alleen een onderwijsvraagstuk, het is net zo goed een HR-vraagstuk van bedrijven. Alleen samen kunnen we het oplossen.’
Ruimte voor vernieuwing
Toch botsen onderwijs en bedrijven nog te vaak op regels die niet meer passen bij deze tijd. Moons noemt de verplichte taaleisen in het mbo: voor een technisch diploma moet Nederlands op havo-niveau worden afgesloten, terwijl Engels in de hightechpraktijk belangrijker is. ‘Dat sluit te veel talent uit. Laten we kijken wat echt nodig is voor het werk.’ Houterman wijst op de achtergestelde positie van praktijkgericht onderzoek. Universiteiten krijgen ruimere financiering, hogescholen veel minder. ‘We willen met bedrijven werken aan innovatie op de werkvloer, maar lopen tegen de grenzen aan.’ En dan is er nog het thema leven lang ontwikkelen. Iedereen moet blijven leren, maar in de wet is dit voor hogescholen niet eens expliciet vastgelegd. ‘Geef ons die taak bij wet,’ zegt Houterman. ‘Dan kunnen we het écht waarmaken, in plaats van schipperen met regels en budgetten.’
Samen de toekomst veiligstellen
De boodschap van beide bestuurders: Nederland moet nú investeren in technisch talent. Dat betekent structurele samenwerking, meer ruimte voor maatwerk en vertrouwen in onderwijs en bedrijfsleven. Want de vraag blijft onverminderd urgent: hoe zorgen we dat er genoeg technisch talent beschikbaar blijft om ons verdienvermogen en onze brede welvaart veilig te stellen? Het antwoord ligt in het gezamenlijk oppakken van de verantwoordelijkheid – van Den Haag tot Brainport, van scholen tot bedrijven. Alleen als woorden omgezet worden in daden, kan de motor van de hightechindustrie blijven draaien.
Dit artikel is gebaseerd op een gesprek georganiseerd door Platform Talent voor Technologie (PTvT) en Brainport Development in samenwerking met de podcast Betrouwbare Bronnen.