24 februari 2025

Limburg in transitie: van eigen middelen naar meer slimme EU-financiering

Limburg bevindt zich momenteel in een transitieperiode, waarbij het gebruik van EU-financiering steeds meer wordt geïntegreerd in de provinciale werking. Het gaat niet alleen om het verkrijgen van subsidies, maar vooral om het creëren van een cultuur van samenwerking en kennisdeling. Medewerkers, partners en externe stakeholders werken samen om de provinciale beleidsdoelen te realiseren.

Luka Severens, coördinator van het fundingprogramma voor het cluster Economie en Innovatie, legt uit hoe de Provincie Limburg zich aanpast aan de nieuwe realiteit: ‘Provincie Limburg heeft steeds minder extra middelen beschikbaar. Daarom moeten we meer externe fundingbronnen aanboren en gerichter kijken naar nationale en Europese programma’s om onze doelen te realiseren.’ Hij benadrukt dat Limburg voorheen vaak projecten financierde met voornamelijk eigen middelen, maar dat dit steeds minder mogelijk is. ‘We moeten strategisch denken over hoe we ons geld besteden en medewerkers en partners voorbereiden om optimaal gebruik te maken van de beschikbare fondsen. Hier komt ook bij kijken dat we meer naar buiten moeten en samen moeten werken met Limburgse en Euregionale stakeholders.’

Afgelopen mei is Limburg gestart met een ambitieus programma om medewerkers van de provincie beter voor te bereiden op het werken met Europese en nationale subsidies. ‘Wij hebben nog weinig ervaring met het inzetten van externe middelen, daar is nog een wereld te winnen,’ zegt Anna Ozerova, programmamanager JTF & OPZuid. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van een intensieve leergang waarin medewerkers leren hoe ze EU- en andere fondsen kunnen inzetten voor beleidsdoelen en regionale stakeholders hierin kunnen meenemen.’ Severens voegt eraan toe dat Limburg zich niet uniek voelt in deze transitie. ‘Andere provincies, zoals Friesland, zijn ook bezig met dezelfde verschuiving,’ vertelt hij. ‘Bij ons zijn het vooral kleinere teams die heel creatief moeten denken om de beschikbare middelen in te zetten. We nemen een voorbeeld aan de provincie Zeeland; een klein team dat heel effectief is in het binnenhalen van fondsen.’

Subsidiefondsen
In Limburg speelt het Just Transition Fund (JTF) een belangrijke rol bij het ondersteunen van de transitie naar een duurzamere economie. De provincie zet het fonds in voor zowel de opstartfase van programma’s als de begeleiding van bedrijven en organisaties bij hun subsidieaanvragen. Dit gebeurt in samenwerking met partners zoals Vista College en de Transition Network Academy, die bijdragen aan de ontwikkeling van opleidingsmodules voor de vergroening van de chemiesector en de arbeidsmarkt van de toekomst. Een voorbeeld hiervan is ook het initiatief van Leo Loopbaan in de arbeidsmarktregio, waar onderwijsinstellingen en bedrijven gezamenlijk modules ontwikkelen om studenten en onderwijzers voor te bereiden op een vergroening in de chemie. Dit gebeurt op een vraaggestuurde manier: zodra het mkb een bepaalde kennis of erkenning mist, wordt er een specifieke module ontwikkeld. Dit project wordt erkend als een strategisch voorbeeldproject voor de regio en onderstreept het belang van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven bij de verduurzaming van de sector.

‘Het JTF is oorspronkelijk bedoeld voor regio’s die zwaar getroffen worden door de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie,’ legt Ozerova uit. ‘Denk aan de mijnstreken in Polen, maar door intensief lobbyen heeft Limburg ook een deel van deze middelen weten te bemachtigen.’ De provincie richt zich op het verduurzamen van de chemische industrie en andere sectoren, al blijft de financiering een uitdaging. ‘De oorspronkelijke streefbare verdeling van middelen over innovatie, infrastructuur en arbeidsmarkt is in de praktijk lastig gebleken. Dit komt vooral door de eis van matching funds, waarbij organisaties 50% van de projectkosten zelf moeten financieren. Daarom blijven sommige projecten, ondanks aantrekkelijke subsidie percentages, toch niet toegankelijk.

Ook het Europees Sociaal Fonds (ESF) speelt een rol, al ligt de focus daarvan vooral bij gemeenten en arbeidsmarktregio’s. ‘Wij werken samen met gemeenten en ondersteunen waar nodig, maar richten ons als provincie vooral op programma’s die beter aansluiten bij onze eigen beleidsdoelen,’ zegt Severens.

Strategische samenwerking en de grensregio
Limburgs ligging als grensprovincie biedt zowel kansen als uitdagingen. De provincie werkt nauw samen met Belgische en Duitse regio’s, zoals Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen. Vooral binnen Interreg-programma’s levert dit voordelen op, omdat grensoverschrijdende projecten vaak in aanmerking komen voor hogere subsidiepercentages en samenwerkingspartners dicht in de buurt zitten. ‘De kennisinstellingen spelen hierin een belangrijke rol,’ vertelt Severens als voorbeeld. ‘Ze hebben sterke samenwerkingsverbanden in Duitsland en België, wat grensoverschrijdende projecten aantrekkelijker en efficiënter maakt dan nationale initiatieven, waar provincies soms juist met elkaar concurreren.’

Toch blijft het nationale beleid van Nederland soms een struikelblok. ‘Den Haag hanteert vaak een Randstad-gecentreerde aanpak, waarbij belangrijke beleids- en zorgfuncties daar worden geconcentreerd,’ merkt Ozerova op. ‘Voor Limburg is dat ongunstig, want wij zijn soms juist beter gepositioneerd om samen te werken met buurlanden. We kijken echt met een Euregionale blik, terwijl het nationale beleid nog te veel binnen de landsgrenzen blijft.’ Dit onderstreept de noodzaak om de regio’s eigen belangen te blijven verdedigen en grensoverschrijdende samenwerking te versterken.

Toekomst van Europese subsidies
‘De komende subsidieverdeling gebeurt gefaseerd, en pas in de zomer van 2026 verwachten we meer duidelijkheid,’ zegt Ozerova. Tot die tijd zal er intensief worden gelobbyd om Limburgs belangen goed te vertegenwoordigen. ‘We weten nog niet hoe de fondsen precies verdeeld zullen worden, maar zodra het MFK (Meerjarig Financieel Kader) vastligt, kunnen we beter inschatten welke kansen er zijn. We hopen wel dat het eigenaarschap binnen de regio blijft en niet verschuift naar nationaal niveau.’

Ondertussen werkt Limburg proactief aan strategische samenwerkingen. ‘We trekken steeds vaker samen op met Brabant en Zeeland om onze belangen in Brussel te behartigen,’ legt Ozerova uit. Deze provinciale samenwerking binnen Zuid-Nederland helpt bij het aanvragen van fondsen en het formuleren van gezamenlijke beleidsdoelen.

Digitalisering als ondersteunende factor
Naast duurzaamheid speelt digitalisering een steeds grotere rol in Limburg, al wordt het vooral gezien als een ondersteunend middel binnen bredere beleidsdoelen. ‘Digitale transformatie is essentieel voor de circulaire economie en verduurzaming,’ zegt Ozerova. Hoewel de provincie zelf in de recente coalitieperiode geen grote ICT-initiatieven heeft opgezet, zet ze in op samenwerkingen met de Brightlands Campussen, met name de Smart Services Campus in Heerlen. Deze campus fungeert als innovatiemotor voor ICT en digitalisering in de regio.

Ook binnen arbeidsmarktontwikkeling en de chemische sector wordt digitalisering steeds belangrijker. ‘Het JTF-project dat medewerkers en onderwijsinstellingen voorbereidt op de toekomst, is sterk verbonden met digitalisering,’ benadrukt Ozerova. ‘Nieuwe technologieën en digitale vaardigheden zijn cruciaal om Limburg economisch én sociaal verder te brengen.’