De inzet van technologie in de zorg is allang geen luxe meer, maar pure noodzaak. Door de toenemende personeelstekorten en dubbele vergrijzing staat het zorgsysteem onder druk. In Noord-Nederland, waar vergrijzing, uitstroom van jongeren en lange reisafstanden de norm zijn, voelt men als eerste de grenzen van het huidige systeem. Juist daar werkt Lieke Brons als Practor Zorg & Technologie aan de digitale zorgtransitie. ‘Het mbo kan hierin echt het verschil maken.’
Brons werd vorig jaar geïnstalleerd als practor bij de roc’s DCTerra, Noorderpoort en Alfa-college. Daarbij werken ze mee aan de Europese CoVE Care about IT, met vergelijkbaar VET onderwijs in Italië, Estland en Finland. Het doel? Toekomstbestendig zorgonderwijs waarin technologie een vanzelfsprekend onderdeel is. ‘We leiden professionals op die niet alleen weten waar de aan- of uitknop zit, maar die vooral “veranderbereid” zijn,’ legt Brons uit. ‘Mensen die creatief naar problemen kijken en technologie durven in te zetten als oplossing.’
Opleiden voor de praktijk van morgen
De digitalisering in de zorg gaat snel. Toch is het onderwijs – zelfs het praktijkgerichte mbo – nog niet altijd bij machte om het tempo bij te houden. ‘In de zorg is men al bezig met spraakgestuurd rapporteren en AI-toepassingen, terwijl studenten nog leren schrijven in een schriftje,’ zegt Brons. ‘We zetten daarom fors in op praktijkgericht onderzoek en onderwijsvernieuwing. Met Care about IT kunnen we de vernieuwingen in het onderwijs versnellen.’ Zo wordt er binnen het programma intensief samengewerkt met zorgorganisaties én het MKB. Hackathons, ‘verwonderteams’ van IT- en zorgstudenten, internationale challenges en lesmodules over bijvoorbeeld ethiek of AI-awareness maken het onderwijs actueler én aantrekkelijker. ‘We brengen techniek en zorg letterlijk bij elkaar.’
Van weerstand naar waardering
De invoering van technologie roept in de zorg vaak weerstand op. ‘Niet omdat men niet wil, maar omdat het raakt aan het zorg-hart van mensen,’ weet Brons. ‘Zorgprofessionals willen er zijn voor de cliënt. En dan voelt het soms alsof je tekortschiet als je technologie inzet in plaats van iets zelf te doen.’ Toch ziet ze een kantelpunt. ‘Het besef groeit dat technologie juist méér ruimte creëert voor menselijke aandacht. Als iemand met een medicijndispenser zelfredzaam blijft en niet hoeft te wachten op de zorgprofessional die langskomt voor twee seconden werk – dan is dat winst voor iedereen.’ Brons benadrukt dat het niet alleen gaat om ‘tools’, maar om een mindset. ‘We willen zorgmedewerkers opleiden die blijven reflecteren: wat kan iemand zelf? Wat kan technologie overnemen? En pas dán: wat doe ik als zorgverlener?’
Regionale kracht
Wat helpt, is het sterke netwerk in Noord-Nederland. ‘Hier is al jarenlang samenwerking tussen zorg, welzijn, overheid en onderwijs. De Technologie & Zorg Academies (TZA’s) zijn daar een mooi voorbeeld van.’ Ook de drie mbo-instellingen trekken samen op. Samen pakken ze het complexe vraagstuk van de digitalisering in de zorg op. Brons ziet het als haar taak om die verbindingen te versterken. ‘Als practor ben ik de brug tussen onderwijs en praktijk. Ik initieer projecten, begeleid onderzoek en zorg dat resultaten ook echt terugvloeien naar het onderwijs.’
Hackathons en verwondering
Een van de blikvangers is de internationale hackathon die Care about IT organiseerde. Studenten uit vier landen werkten aan actuele zorgvraagstukken, zoals het reduceren van ziekenhuisafval of het ontwikkelen van een avatar voor de zorgmedewerker van de toekomst. ‘Ze werkten met design thinking aan echte oplossingen en de opbrengsten zijn meteen bruikbaar voor het onderwijs.’ Ook in zogenoemde Verwonderteams werken zorg- en IT-studenten samen aan uitdagingen bij zorgorganisaties. ‘Zij gaan gezamenlijk langs een zorgorganisatie kijken wat er misschien anders, beter, slimmer kan. Zo leren ze van én met elkaar. En IT-studenten ontdekken hoe betekenisvol hun rol kan zijn binnen de zorg.’
Mbo als kennispartner
Een belangrijk effect van deze aanpak is dat het mbo zich steeds sterker profileert als kennispartner. ‘Onderzoek was traditioneel voorbehouden aan universiteiten en hogescholen. Maar ook wij doen onderzoek, praktijkgericht en samen met studenten en docent-onderzoekers. We ontwikkelen kennis die ertoe doet voor de praktijk én het onderwijs.’ Lieke Brons is trots op de impact. ‘Tijdens ons jaarlijkse minisymposium presenteren studenten hun onderzoeken aan zorgprofessionals. De praktijk leert op zo’n dag van onze studenten – dat is zó krachtig. Je ziet studenten groeien als ze merken dat hun kennis ertoe doet.’
Iedereen moet mee kunnen doen
Digitale zorg vraagt niet alleen om technologische innovaties, maar ook om sociale. ‘Het idee dat oudere zorgprofessionals niet digitaal vaardig zouden zijn, klopt niet helemaal. Net zomin als dat jongeren per definitie digitaal bekwaam zijn. Er ligt een grote opdracht voor het onderwijs om digitale vaardigheden breed te ontwikkelen.’ Ook de leveranciers van zorgtechnologie kunnen leren, vindt Brons. ‘Zorgsystemen zijn vaak ontworpen vanuit IT-logica, niet vanuit het perspectief van de zorgprofessional. Wij vragen leveranciers dan ook geregeld om hun applicatie te testen bij een klas zorgstudenten. Hun feedback is goud waard.’
Wat zou Brons doen als ze minister van Volksgezondheid was? ‘Zorgen dat technologie begrijpelijk en voelbaar blijft voor iedereen. Alleen dan kunnen digitale innovaties echt bijdragen aan goede zorg. Het gaat uiteindelijk om de mens. Dat zij kunnen meekomen in die technologische ontwikkelingen.’
De CoVE (Centre of Vocational Excellence) “Care about IT” [Erasmus+ programma] houdt zich bezig met de kansen en uitdagingen in het Vocational Education and Training (VET)-onderwijs binnen de zorg- en IT-domeinen. Het doel is om door kennis en ervaringen te combineren, toekomstbestendig onderwijs in de zorgsector te waarborgen.
Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen van “Care about IT”?
Volg deze LinkedIn-pagina.