De arbeidsmarkt moet toegankelijker worden voor alle groepen in de samenleving. Alleen dán wordt het broodnodige arbeidspotentieel optimaal benut. Werkgevers kunnen makkelijker de juiste mensen vinden, ook in sectoren met grote tekorten zoals zorg en techniek. Werknemers zijn niet langer afhankelijk van het juiste loket of hun uitkeringsstatus. Of zoals de overheid het formuleert: ‘there is no wrong door’. Als kwartiermaker van het Regionaal Werkcentrum Noord-Holland Noord zet Matthijs Bobeldijk in op zo’n opendeurbeleid.
Centraal staat de vraag: hoe zorg je ervoor dat mensen beter worden ondersteund bij het vinden van een (nieuwe) baan? Matthijs Bobeldijk is bedrijfskundige en bekend van de door hem ontwikkelde Purpose Case: een methodiek die verder kijkt dan een klassieke businesscase. ‘Een Excelletje kosten-batenanalyse vertelt niet het hele verhaal. De vraag is: ‘wat is onze gezamenlijke ambitie, waarom blijven we aan tafel en hoe maken we samen maatschappelijke impact?’, zegt hij. Die aanpak paste hij eerder toe bij initiatieven zoals House of Hospitality, en op Schouwen-Duiveland waar onderwijs, overheid en bedrijven samen een Hospitality-hub opzetten.
Regionaal Werkcentrum
Een RWC is volgens Matthijs Bobeldijk ‘enerzijds een centrale plek waar inwoners en werkgevers terecht kunnen met vragen over werken en ontwikkelen, anderzijds een samenwerkingsverband van gemeenten, onderwijsinstellingen, UWV, vakbonden en werkgeversorganisaties.’ Die brede coalitie moet zorgen dat mensen niet van het kastje naar de muur worden gestuurd. Wáár iemand ook aanklopt, de vraag moet altijd opgepakt worden. No wrong door dus.’
In Noord-Holland Noord bestaat zo’n samenwerking al langer: het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Noord-Holland Noord (RPAnhn), met aan het roer Femke Blokker. ‘Net als bij veel andere regio’s staat de arbeidsmarkt in Noord-Holland Noord voor grote uitdagingen: vergrijzing, ontgroening en het wegtrekken van talent naar de Randstad. Al 25 jaar brengt het RPAnhn gemeenten, onderwijsinstellingen, UWV, werkgevers- en werknemersorganisaties samen om gezamenlijk arbeidsmarktbeleid te maken.’ Met haar bureau ondersteunt Blokker deze partners én het nieuwe Regionaal werkcentrum (RWC) in de hervorming van dat beleid. Ze organiseert bestuurlijke overleggen, zorgt dat de meerjarenagenda wordt gedragen en faciliteert het transitieteam. Ook helpt haar bureau bij de communicatie en praktische zaken rond het RWC. Daarmee vormt ze een belangrijke steunpilaar voor kwartiermaker Matthijs Bobeldijk: ‘Wij zorgen dat Matthijs zich kan richten op de inhoud, terwijl wij de randvoorwaarden en het samenspel in de regio bewaken,’ aldus Femke Blokker. De komst van het RWC bouwt voort op het vertrouwen dat het RPA in de afgelopen jaren opbouwde.
Parachute
De opstartfase vergelijkt Matthijs Bobeldijk met ‘van een berg springen en onderweg de parachute in elkaar zetten.’ Het doel: per 1 januari 2026 drie fysieke locaties en een website operationeel hebben. Ondertussen wordt er in dit transitiejaar, samen met programmamanager Mirjam Kinneging én het transitieteam, gewerkt in thematische ‘sprints’, zoals locaties, gegevensuitwisseling & privacy, de gidsfunctie en sectorale ontwikkelpaden. Aansluiten bij High Impact Pps-en staat nog op de to-do-lijst voor later. Matthijs Bobeldijk: ‘We zijn een lerend netwerk. Wat we tegenkomen, lossen we samen op.’
Het RWC stelt de vragen van inwoners en werkgevers centraal. Dat kan gaan van iemand die van de horeca naar de techniek wil overstappen, tot een werkgever die personeel zoekt in de zorg. Gidsen in het RWC luisteren naar die vraag en begeleiden werknemers en werkgevers door het woud aan regelingen en mogelijkheden. Daarbij blijft de eerstelijnsgids zoveel mogelijk een vast aanspreekpunt.
Voor de techniek- en ICT-sector, waar grote tekorten zijn, worden speciale trajecten opgezet. Zo zijn er in de regio, met de technieksector, het onderwijs en de provincie Noord-Holland, Techcourt-programma’s ontwikkeld. In programma’s van twaalf weken kunnen deelnemers laagdrempelig kennismaken met techniek. Samen met sectorale partners en het Servicepunt Techniek worden sectorale Ontwikkelpaden, ook wel ‘fast lanes’, ontwikkeld die overstappers zonder te verdwalen naar een duurzame baan in de sector leiden.
Onbenut arbeidspotentieel
Volgens Matthijs Bobeldijk gaat de hervorming verder dan alleen efficiëntere loketten. ‘Als je te veel in termen van een marktvraag denkt, ontstaan er gaten in de maatschappij. Met het werkcentrum willen we juist die tussenruimte opvullen. Iedereen moet terecht kunnen met vragen over werk of ontwikkeling, ongeacht diploma of uitkering.’ Dat vraagt ook om een andere blik op arbeid: minder gericht op diploma’s, meer op vaardigheden en inclusiviteit. ‘Door vergrijzing en personeelstekorten kunnen we het ons niet veroorloven dat arbeidspotentieel onbenut blijft. We moeten kijken naar wat mensen wél kunnen en de ondersteuning organiseren die nodig is.’
Matthijs Bobeldijk heeft een aantal tips voor andere kwartiermakers en partners. ‘Leg belangen open op tafel en neem tijd voor de samenwerking. Zorg dat je van een abstract idee naar concrete impact komt, maar verlies de relatie niet uit het oog. Uiteindelijk gaat het om de common ground en de gezamenlijke opdracht: een werkende arbeidsmarkt waarin iedereen mee kan doen.’ Hij hoopt dat Noord-Holland Noord over vijf jaar nog steeds een voorbeeldregio is. ‘Een plek waar inwoners en werkgevers vanzelfsprekend de weg weten te vinden, waar sectorale Ontwikkelpaden goed werken en waar we als netwerk flexibel en inclusief inspelen op veranderingen. Zo ontstaat een toekomstbestendige en werkende arbeidsmarkt en brede welvaart voor de hele regio.’
