Matthijs van Manen is de kersverse programmamanager van wat, nu nog, de “Gouden Poort” heet. Het moet de ultieme bundeling van krachten worden om meer mensen te laten kiezen voor werk in de technische sectoren. En ze daar ook vast te houden.
‘Op dit moment staan er een heleboel pannetjes op het vuur’, vertelt Van Manen (sinds oktober 2024 programmamanager actielijn 1 Aanvalsplan Techniek). Niet vreemd als je bedenkt dat De Gouden Poort straks een heel scala aan doelgroepen moet bedienen: zij-instromers, werknemers, werkgevers, bemiddelaars, opleiders. ‘De Gouden poort is de plek waar je terecht kunt voor werk in de techniek. Maar ook als je wilt veranderen van technische sector, of je wilt door ontwikkelen. Werkgevers kunnen er terecht met vragen over bijvoorbeeld zij-instromers. En opleiders vinden er mogelijk kandidaten voor de opleidingen’, legt hij uit.
Van Manen: ‘Het aanbod aan mogelijke ondersteuning voor deze doelgroepen, regelingen, financieringsmogelijkheden, etc. die een kandidaat kan helpen bij zijn vraag, is gigantisch. Het is onoverzichtelijk geworden. De Gouden Poort gaat vooral fungeren als een heldere toegangsdeur. Kom je er binnen, dan helpen we je om te kijken welke vervolgstap het beste gezet kan worden en we begeleiden je daarin, waar nodig. Of dat nou een vacature is, een opleiding, advies, of een heel begeleidingstraject. Daarvoor moet het online platform rusten op een sterk landelijk netwerk van lokale partijen, projecten en fysieke loketten in de regio. Goed samenwerken is daarbij cruciaal.’
Meer samenwerking op oriëntatie
Toen Van Manen vier maanden geleden aan deze missie begon gaf hij zelf al sturing aan zo’n regionale speler: het Service Punt Techniek (SPT) in de regio Utrecht. ‘Bij het SPT zag ik mensen die zeker wisten dat ze bouwvakker wilden worden, of warmte installateur. Maar na een oriëntatietraject bleek opeens dat ze een heel andere keuze maakten.’ Van Manen is ervan overtuigd dat het beter is als kandidaten al in een vroeg stadium overal aan kunnen snuffelen: ‘De technische sectoren hebben de oriëntatie voor zichzelf best op orde, maar de verschillen qua organisatie en financiering zijn enorm. We moeten naar meer gezamenlijkheid toe, met een uniform en dekkend stelsel. Het zou mooi zijn als er in de regio een Breed Oriëntatietraject komt te staan, in welke vorm dan ook, waarin alle zes de branches van het Aanvalsplan Techniek een plek hebben. Dan word je als sector meer zichtbaar voor een grote doelgroep. Dat zie ik als de grootste opgave op dit punt.’
Het mag schuren
Dat de samenwerking met zoveel stakeholders ook wel eens kan schuren, bevestigt Van Manen: ‘Maar het is juist interessant hoe je die verschillende zienswijzen bij elkaar kunt brengen. Niet elke inzet levert jouw specifieke sector direct profijt op, dat klopt. Maar je hebt er ook niets aan als je iemand werft die niet op zijn plek blijkt te zitten. Dus doe je die investering omdat je weet dat het de brede sector meer oplevert, dat het echt leidt tot meer duurzaam werk. Daar profiteert jouw sector uiteindelijk ook van.’
Concrete resultaten
Instroom, doorstroom, overstap en ontwikkeling binnen de techniek. Al deze elementen spelen een rol in de Gouden Poort, maar ook bij de Sectorale Ontwikkelpaden. Daarin staat beschreven hoe een werknemer zich stapsgewijs via verschillende functies kan ontwikkelen tot een volledig gekwalificeerde beroepskracht. In april verwacht Van Manen een online tool op te leveren, op basis van de Ontwikkelpaden. ‘Daarmee kan iedereen via een aantal vragen tot een profiel komen dat leidt tot een advies en suggesties voor functies. En we bieden direct onze hulp aan via een landelijke helpdesk en onze regionale loketten!’
‘Mijn droom is dat we als vanzelfsprekend projecten en regelingen gezamenlijk oppakken, en elkaars kennis en kwaliteiten benutten.’
Regionale techniekloketten
Als ander goed voorbeeld van succesvol samenwerken noemt Van Manen de financiering van de regionale techniekloketten. ‘De aanvragen bij de fondsen werden altijd afzonderlijk gedaan, met verschillende criteria en verantwoordingen. Dat was enorm ineffectief. Vorig jaar hebben we dat voor drie fondsen omgezet naar nog maar één set van criteria en één aanvraag. Dat waren de fondsen die al enige samenwerking hadden op dit vlak. De andere drie fondsen hebben andere startposities, waardoor deze nu nog niet meedoen aan dit stuk. De Bouw heeft bijvoorbeeld nu haar eigen stichting met eigen regionale adviseurs. En de mobiliteit- en energiesector hebben tot nu toe minder betrokkenheid bij de regionale loketten. Maar mijn doelstelling is dat we in de toekomst zoveel mogelijk vanuit gezamenlijkheid, dus vanuit alle zes de sectoren, opereren. Dus ook ten aanzien van de regionale loketten en de financiering daarvan. Dat vraagt dat we duidelijke resultaten in de regio laten zien en het draagvlak hiervoor. Ik zie het als een groeimodel. Dan kan de Gouden Poort volgend jaar echt vanuit alle zes de branches worden gefinancierd.’
Arbeidsmarktregio’s
Voor het ministerie van SZW inventariseerde Van Manen ook op welke manier de techniekloketten op dit moment samenwerken met de arbeidsmarktregio’s. Het ministerie wil de arbeidsmarktregio’s een advies geven voor de samenwerking tussen Regionale Werkcentra en Gouden Poort. Er blijkt al veel te worden samengewerkt. Alle partijen hebben ook dezelfde doelstelling: mensen duurzaam naar werk leiden. Maar de aanpak verschilt wel. Nog een pannetje op het vuur voor Van Manen: ‘Als Gouden Poort hebben we de kennis en het netwerk. We weten welke regelingen er zijn en hoe de sector in elkaar zit. Zo kunnen we van meerwaarde zijn voor de arbeidsmarktregio. Bij de RWC’s zitten vaak generalisten. Als iemand dan de techniek in wil, dan kunnen wij die kandidaat goed oppakken. Wat de vraag ook is.’
‘De pannetjes staan nu voorzichtig op te warmen en hier en daar voegen we een extra ingrediënt toe. Maar de komende maanden zullen we echt moeten gaan leveren. Concrete middelen, en meer perspectief bieden vanuit de brede doelstellingen. Het is nu een complete systeemverandering waar we aan werken. Het portal zal natuurlijk in ontwikkeling blijven. De wereld staat niet stil. Maar wat we opleveren moet wel gelijk stáán. Omdat dat uiteindelijk de kans op duurzaam werk vergroot.’
‘Mijn droom is dat het op een gegeven moment vanzelfsprekend is dat we projecten en regelingen gezamenlijk oppakken en elkaars kennis en kwaliteiten benutten. En ik weet ook zeker dat dat alle sectoren ten goede komt.’