Aantal personen met een technologisch beroep

De laatste jaren is het aantal personen met een technologisch beroep (techniek en ICT) flink gestegen. Sinds 2013 is dit aantal met 25% gegroeid, terwijl de totale werkzame beroepsbevolking in deze periode met 15,5% groeide. In het Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt Technologie zijn gedetailleerde cijfers te vinden zoals over sectoren & beroepen en achtergrondkenmerken zoals leeftijd en regio.

In de grafiek is via het filter ‘Geslacht’ te zien dat het aantal vrouwen met een technologisch beroep de afgelopen tien jaar nog iets sterker is gestegen dan het aantal mannen. Van de personen met een technologisch beroep, is 16,9% vrouw in 2023. In 2013 was dat nog 12,6% (zie Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt Technologie). Dit betekent dat vrouwen nog wel in de minderheid zijn in technologische beroepen.

Qua sectoren, zijn vrouwen relatief goed vertegenwoordigd in technologische beroepen in de voedingsindustrie (30%) en het minst sterk vertegenwoordigd in technologische beroepen binnen de sectoren bouw (3%) en metaalindustrie (9%). Als wordt ingezoomd op beroepsniveau, zien we dat minder dan 5% vrouw is binnen de beroepsgroepen bouwarbeiders afbouw, automonteurs, elektriciens, loodgieters, metaalbewerkers, machinemonteurs, lassers en timmerlieden.

Naar 1 miljoen ICT'ers

In het dashboard van Pr-edict zijn gedetailleerde data te vinden over de ICT-arbeidsmarkt. De laatste tien jaar is het aantal personen met een ICT-beroep enorm toegenomen. In 2023 bedroeg het aantal 670.000 personen. Het laatste jaar is er geen sprake meer van groei. In 2023 had 6,9% van de werkzame beroepsbevolking een ICT-beroep.

Van de personen met een ICT-beroep werkt in 2023 36,8% in de ICT-sector. Andere sectoren waar ICT’ers relatief vaak werken, zijn advisering, onderzoek en specialistische zakelijke dienstverlening (11,3% van de ICT’ers), openbaar bestuur en overheidsdiensten (9,7%), financiële instellingen (7,6%), industrie (6,7%), groot- en detailhandel en reparatie van auto’s (6,5%) en gezondheids- en welzijnszorg (3,9%).

Software- en applicatieontwikkelaars, systeemanalisten- en ICT-adviseurs en systeembeheerders horen tot de meest voorkomende ICT-beroepen.

82% van de ICT’ers is man en 18% is vrouw. Vrouwen zijn dus in de minderheid. Wel is het aandeel toegenomen; in 2013 was 14% van de ICT’ers vrouw.

Goede arbeidskansen technologisch opgeleiden

Personen met een technologische opleidingsachtergrond, zijn structureel minder vaak werkloos dan gemiddeld. Dit is te zien in de grafiek. In 2023 was 2,6% van de technologisch opgeleide beroepsbevolking werkloos, tegenover 3,6% gemiddeld.

Ook is te zien in data van Nuffic/Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt Technologie, dat internationale studenten die een studie in de richting van natuur en techniek hebben gevolgd, na vijf jaar structureel vaker in Nederland wonen dan studenten die een studie in een andere richting hebben gevolgd. In 2020 woonde 37% van de studenten die in de vijf jaar ervoor een studie richting van natuur en techniek volgden nog in Nederland, tegenover 21% van de studenten die een studie in een andere richting volgden.

Technologisch opgeleiden hebben hoger uurloon

Niet alleen zijn technologisch opgeleiden minder vaak werkloos, ook de lonen zijn hoger dan gemiddeld. In de grafiek hieronder is te zien hoe de uurlonen van technologisch opgeleiden zich verhouden tot het totaal van dezelfde gevolgde onderwijsrichting.

Technologisch opgeleiden (werkenden) hebben een hoger uurloon dan gemiddeld (werkzame beroepsbevolking); dit geldt voor alle onderwijsachtergronden. Er zijn geen uitzonderingen en het loonverschil is vrij constant. Ondanks dat dat de verschillen tussen onderwijsrichtingen vrij constant zijn, is het effect het meest zichtbaar in de onderwijsrichtingen bachelor (+12% t.o.v. gemiddeld); mbo-4-(+11%) en vmbo-b/k & mbo-1 (+10%).

Personeelskrapte ICT en technische beroepen

Een lage werkloosheid van technologisch opgeleiden hangt samen met vraag en schaarste op de arbeidsmarkt. Op de landkaart is te zien dat in heel Nederland krapte heerst op de arbeidsmarkt voor technologische beroepen. Met het filter kan onderscheid worden gemaakt tussen technische en ICT beroepen.

Technologische beroepsgroepen waar grote krapte heerst in 2024, zijn onder andere elektrotechnisch ingenieurs, automonteurs, machinemonteurs, productieleiders industrie en bouw, databank- en netwerkspecialisten, ingenieurs, loodgieters, elektriciens en bouwarbeiders afbouw. De actuele krapte van beroepen is te vinden in het Dashboard Spanningsindicator van het UWV.

Openstaande vacatures technologische beroepen

In de grafiek is te zien hoe het aantal openstaande vacatures voor technologische beroepen zich ontwikkelt over de tijd. In het Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt Technologie is onderscheid te maken tussen verschillende beroepsniveaus. De data zijn afkomstig van het UWV.

Het aantal openstaande vacatures is toegenomen van 2016 tot 2022 (met uitzondering van een dip in 2020, gerelateerd aan de pandemie en lockdowns). Sinds 2022 is het aantal openstaande vacatures gestabiliseerd of licht gedaald. Wel betreft het nog steeds grote aantallen openstaande vacatures. Waar in het eerste kwartaal van 2016 circa 13.300 ICT-vacatures openstonden, zijn dat er in het vierde kwartaal van 2024 22.700. Het aantal openstaande vacatures voor technische beroepen bedroeg in het eerste kwartaal van 2016 29.200, en in het vierde kwartaal van 2024 zijn dat er circa 75.600.

Arbeidsmobiliteit: relatief weinig ICT’ers en technici wisselen beroep in voor ander beroep

In de grafiek is te zien in hoeverre de werkzame beroepsbevolking wisselt van beroep. In de eerste drie kwartalen van 2024 (gemeten per kwartaal) wisselt 95,1% van de werkenden niet van beroep. 1,3% wisselt naar een beroep in de eigen beroepsklasse en 3,6% naar een beroep in een andere beroepsklasse.

Personen met een technisch en ICT beroep wisselen minder vaak van beroep dan gemiddeld. 95,5% van de personen met een technisch beroep behoudt hetzelfde beroep. Dit geldt voor 96,9% van de personen met een ICT beroep. Met dit percentage kennen de ICT’ers het kleinste aandeel beroepswisselaars van alle beroepsklassen.

Als vervolgens gekeken wordt naar degenen die wél wisselen van beroep, kennen personen met een zorg en welzijnsberoep de kleinste overstap naar andere beroepsklassen: 2,1% (overigens kennen zij wel een bovengemiddelde wisseling van werkgever; bron: maatwerk van CBS voor het ministerie van EZ). Vervolgens is het percentage overstappers naar een andere beroepsklasse het kleinst bij personen met een ICT beroep (2,4%), agrarisch of technisch beroep (2,9%). Het gemiddelde van alle beroepen is 3,6%.

Arbeidsmobiliteit techniek en ICT: beroepswisselaars kiezen deels opnieuw voor eigen beroepsklasse

Wanneer personen wél wisselen van beroep, kan dat binnen de eigen beroepsklasse of naar een andere beroepsklasse, zoals de overstap naar een managementfunctie. Ongeveer driekwart van de personen die wisselen van beroep, komen in een andere beroepsklasse terecht: 73%. 27% van degenen die van beroep wisselen, komen in een ander beroep binnen dezelfde beroepsklasse terecht.

Personen met technische beroepen die wisselen van beroep, komen relatief vaak opnieuw terecht in dezelfde beroepsklasse (36,6% t.o.v. 27% gemiddeld).
Bij wisselaars vanuit ICT beroepen wijkt het aandeel weinig af van het gemiddelde: 77,6% wisselt naar een andere beroepsklasse en 22,4% naar een beroep in de eigen beroepsklasse. Hierbij moet worden opgemerkt dat personen met ICT beroepen überhaupt zeer weinig wisselen van beroep (zie figuur hierboven).

Arbeidsmobiliteit techniek en ICT: wisseling van werkgever

Van het jaar 2023 zijn data beschikbaar van wisseling van werkgever (maatwerk CBS voor het ministerie van EZ). Personen met technische en ICT beroepen wisselen minder vaak van werkgever (respectievelijk 3,8% en 3,0%) dan personen met niet-technologische beroepen (4,6%).

Als we inzoomen op beroep en sector, zien we dat zowel beroep als werkgever vaker behouden blijven bij personen met technologische beroepen. Ook wordt minder vaak van sector veranderd door personen met technologische beroepen dan niet-technologische beroepen.

Als we nog verder inzoomen op details (data uit maatwerk CBS), zien we dit patroon terug bij personen met ICT beroepen in alle leeftijdscategorieën (jonger dan 35, 35-54 jaar en 55 jaar en ouder), het mannelijk en vrouwelijk geslacht en personen met zowel basis, middelbaar als hogere opleidingsachtergrond. Alle genoemde groepen personen met ICT-beroepen wisselen dus structureel minder vaak van werkgever, beroep én sector.

Bij personen met technische beroepen zien we ook hetzelfde patroon terug bij basis- en middelbaar opgeleiden. En qua geslacht bij mannen. Hoger opgeleiden en vrouwen met technische beroepen kennen echter eenzelfde percentage of soms zelfs iets hogere mobiliteit dan degenen met niet-technologische beroepen wat betreft wisseling van werkgever, beroep en sector.