In de podcastreeks van Techkwadraat praten wetenschappers en experts over alles wat te maken heeft met technologie, onderwijs en innovatie. In de aflevering van 6 juni stond de rol van duurzaamheid in het onderwijs centraal. Aan tafel Felix Spee, docent biologie en duurzaamheid op het Berlage Lyceum, en Marlise Achterbergh, duurzaamheidscoördinator bij Esprit Scholengroep. Samen delen ze hun visie en aanpak om duurzaamheid structureel in het onderwijs te integreren en het belang van technologie in dit proces.
Spee begon vier jaar geleden het vak duurzaamheid op het Berlage Lyceum, omdat hij vond dat duurzaamheid niet pas op de universiteit moet beginnen, maar al op de middelbare school. Het vak biedt leerlingen de kans om met externe bedrijven aan echte duurzaamheidsproblemen te werken. Ze leren niet alleen theorie, maar ontwikkelen ook vaardigheden zoals samenwerken, vergaderen en probleemoplossend denken. Duurzaamheid wordt zo niet alleen in de theorie behandeld, maar direct in de praktijk toegepast.
Achterbergh werkt als duurzaamheidscoördinator bij Esprit Scholengroep, die vijftien scholen omvat. Ze benadrukt dat duurzaamheid niet een apart vak is, maar door het hele onderwijs geïntegreerd moet worden. Duurzaamheid is volgens haar een fundamenteel onderdeel van het onderwijs. Haar werk richt zich zowel op de verduurzaming van schoolgebouwen als de integratie van duurzaamheid in het curriculum. Ze merkt dat veel schoolleiders duurzaamheid nog niet als verplichting zien, terwijl het essentieel is voor de toekomst van leerlingen. Daarom richtte ze een netwerk op voor docenten die duurzaamheid willen integreren in hun vakken. Docenten moeten niet alleen kennis overbrengen, maar duurzaamheid actief toepassen in hun lessen.
Spee werkt samen met verschillende bedrijven om leerlingen praktische ervaring in duurzaamheid te geven. Een voorbeeld is een modebedrijf dat duurzame mode introduceerde bij zijn leerlingen. Mode spreekt jongeren aan, en het bedrijf bood een masterclass en een rondleiding, wat de leerlingen enorm motiveerde. Hoewel het betrekken van bedrijven soms moeilijk is, benadrukt Spee dat veel bedrijven wel bereid zijn om mee te werken. Hij noemt ook Growing, een bedrijf dat zich richt op vertical farming, dat leerlingen niet alleen leert over de technologie achter vertical farming, maar ook hoe ze hun product aantrekkelijk kunnen maken voor hun leeftijdsgroep.
Achterbergh ziet jongerenparticipatie als een cruciaal element in duurzaamheid. Binnen haar scholengroep hebben leerlingen de mogelijkheid om eigen initiatieven in te dienen, zoals het plaatsen van regentonnen op scholen. Ze was onder de indruk van hoe de leerlingen zelf al met de conciërge in gesprek waren over de uitvoering van dit idee.
Beide experts benadrukken de rol van technologie in duurzaamheid. Spee ziet technologie als onmiskenbaar verbonden met duurzaamheid en werkt samen met bedrijven die technologie inzetten, zoals diegene die duurzame plastics ontwikkelen of vertical farming toepassen. Volgens hem biedt technologie veel oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken. Achterbergh voegt daaraan toe dat technologie een krachtig hulpmiddel kan zijn, maar alleen als we ons bewust zijn van de ecologische en sociale impact ervan.
Wat betreft de toekomst van duurzaamheid in het onderwijs zijn zowel Spee als Achterbergh ambitieus. Spee hoopt dat duurzaamheid in de toekomst vanaf de brugklas in alle jaarlagen verplicht wordt. Hij vindt dat leerlingen zich vanaf het begin bewust moeten worden van duurzaamheid. Achterbergh ziet duurzaamheid in de toekomst als een integraal onderdeel van het onderwijs op alle niveaus. Ze vindt dat als we leerlingen niet vanaf het begin bewust maken van de rol die zij kunnen spelen in het verduurzamen van de wereld, we een belangrijke kans missen.
Spee geeft de praktische tip om bedrijven en organisaties bij het onderwijs te betrekken. Dit maakt het vak relevanter en motiverender voor leerlingen. Achterbergh voegt toe dat het belangrijk is om een duidelijke visie op duurzaamheid te hebben en ervoor te zorgen dat alle betrokkenen, van schoolleiders tot docenten, actief meewerken aan de implementatie.