In de podcast Betrouwbare Bronnen gingen Jacco Vonhoff, voorzitter van MKB-Nederland, en Hans de Jong, oud-president van Philips Nederland, vandaag dieper in op de nijpende arbeidsmarktkrapte die Nederland momenteel teistert. Voor het mkb, dat 99% van de bedrijven in Nederland vertegenwoordigt en goed is voor 70% van de werkgelegenheid in de private sector, vormt de krapte een enorme uitdaging. Vonhoff gaf aan dat arbeidsmarktkrapte en regeldruk structureel de grootste zorgen zijn voor ondernemers. ‘Het probleem is heel groot’, zei Vonhoff, ‘we doen jaarlijks onderzoek en het blijkt dat dit altijd de grootste uitdagingen zijn voor mkb-ondernemers.’ De impact van het personeelstekort is alomtegenwoordig en vraagt om snel en effectief beleid.
Oorzaken en impact
Hans de Jong bracht de omvang van het tekort in beeld door te stellen dat er op dit moment 400.000 openstaande vacatures in Nederland zijn, waarvan 100.000 in de techniek en 23.000 in de ICT. Het tekort is zo groot dat het vergelijkbaar is met het verlies van een gemiddelde stad. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de werkvloer, maar ook voor de productiecapaciteit en innovatie in verschillende sectoren. De situatie is echter niet beperkt tot een paar specifieke domeinen zoals techniek, zorg of onderwijs. Bijna elke sector heeft te maken met een tekort aan personeel, wat de complexiteit voor beleidsmakers vergroot. Keuzes om in bepaalde sectoren te investeren kunnen namelijk negatieve gevolgen hebben voor andere, meer traditionele sectoren. Het probleem is dus veel breder dan vaak wordt erkend.
Oplossing: verhoogde productiviteit en betere opleidingen
Vonhoff en De Jong stellen dat er ondanks de beperkte instroom van jongeren volop kansen liggen om de arbeidsmarktkrapte het hoofd te bieden. ‘We zullen met minder mensen meer moeten doen, dus de productiviteit moet omhoog’, zei Vonhoff. Hij wijst erop dat er nog veel mensen in Nederland relatief weinig werken, zoals parttimers. ‘We zouden 1,5 miljoen uur productiviteit kunnen halen als iedereen die nu deeltijd werkt, 10 uur extra zou werken,’ stelde hij. Het verhogen van het aantal werkuren per persoon is een van de manieren om de druk op de arbeidsmarkt te verlichten. Daarnaast is het versterken van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven van cruciaal belang om de instroom van jongeren te verbeteren en hen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. De Jong benadrukt dat er een systeem nodig is dat mensen in staat stelt zich door hun leven heen verder te ontwikkelen, zowel op het gebied van vakkennis als persoonlijke ontwikkeling. Dit zou een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van het personeelstekort op de lange termijn.
Essentiële sectoren en aantrekkelijke werkplekken
Beiden wijzen erop dat de arbeidsmarktkrapte niet alleen de toptechnologische sectoren betreft, maar ook de essentiële ondersteunende sectoren zoals schoonmaak, politie en zorg. Vonhoff stelde: ‘Als er geen schoonmakers meer zouden zijn, wat dan?’ Het is belangrijk om niet te vergeten dat een groot deel van de economie draait op sectoren die niet per se hoogtechnologisch zijn, maar die wel essentieel blijven voor het functioneren van de samenleving. De Jong sluit zich hierbij aan en wijst erop dat de maakindustrie, die de motor van de welvaart is, niet mag worden verwaarloosd. ‘Voor elke baan in de maakindustrie komen er 1,4 banen elders in de economie bij,’ aldus De Jong. Dit onderstreept het belang van het behouden van een gezonde werkgelegenheid in de maakindustrie. Het is daarnaast van groot belang dat de werkplekken in sectoren zoals de zorg en schoonmaak aantrekkelijker worden gemaakt, zodat mensen zich aangespoord voelen om voor deze cruciale functies te kiezen.
Een mooi voorbeeld van hoe samenwerking kan helpen, is het Beethoven-project in de regio Eindhoven. Dit project richt zich op het versterken van de microchipindustrie en heeft als doel om 33.000 nieuwe medewerkers op te leiden. ‘Het Beethoven-project laat zien hoe onderwijs, woningbouw en bereikbaarheid gecombineerd kunnen worden in een integrale aanpak om arbeidsmarktkrapte aan te pakken,’ zei Vonhoff. Een ander succesvol initiatief is Katapult, dat bedrijven en onderwijsinstellingen samenbrengt om vraaggestuurde initiatieven te creëren. Katapult groeit gestaag en biedt bedrijven de mogelijkheid om jongeren op te leiden met specifieke vaardigheden die aansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt. ‘Katapult draait overal en groeit maar door,’ aldus Vonhoff.
Oproep tot structurele veranderingen
De laatste belangrijke boodschap die Vonhoff en De Jong uitdragen is dat Nederland moeite heeft om de noodzakelijke structurele veranderingen door te voeren die nodig zijn voor een duurzame oplossing van de arbeidsmarktkrapte. Beiden pleiten voor een integrale aanpak, waarbij onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid beter met elkaar verbonden worden. Vonhoff benadrukt dat het nieuwe kabinet moet zorgen voor een integraal beleid dat zorgt dat de basis op orde is. Dit moet onder andere door de regeldruk te verlagen, zodat bedrijven niet belemmerd worden in hun streven naar innovatie en het creëren van werkplekken. Ook wordt de noodzaak van een levenslang leren-model benadrukt, waarbij onderwijsinstellingen een centrale rol spelen in de voortdurende ontwikkeling van werkenden. De route van werken en leren (bijvoorbeeld via duaal onderwijs) biedt jonge mensen de kans om tegelijkertijd praktijkervaring op te doen en te studeren. ‘We moeten de leerlijnen tussen mbo, hbo en de werkvloer beter laten doorlopen,’ zei Vonhoff. Deze integrale benadering moet ervoor zorgen dat tijdelijke oplossingen en impulsmaatregelen niet de overhand krijgen, maar dat er daadwerkelijk structurele verandering wordt doorgevoerd voor de lange termijn.